De boodschap was kort: 'Ik wil je zien, nu. Kom naar me toe, geeft niet hoe laat het is, en vertel me precies wat je van me wilt.' Het heeft er alle schijn van dat Adam Kellas' leven op het punt van instorten staat. Net als de wereld om hem heen, begin eenentwintigste eeuw. Tegen beter weten in neemt Kellas (gescheiden, labiel, afgewezen door zijn minnares en door het literaire wereldje) een opdracht van zijn krant aan om verslag te gaan doen van de oorlog in Afghanistan. Het wordt het begin van een reis die hem van de Afghaanse bergen naar de elegante eetkamers van Londen en de moerasgebieden van de zuidelijke Verenigde Staten voert, en uiteindelijk naar de duisterste gebieden van de menselijke verbeelding. Alleen de herinnering aan de ongrijpbare Astrid, een collega-verslaggever in Afghanistan, biedt een sprankje hoop. Een tijdloos verhaal over liefde tegen de achtergrond van de explosieve hedendaagse politiek.