Over de hoogmoed van de geest, en over het onhandige doch onweerstaanbare gezwel daaromheen, genaamd 'lichaam'. Over tederheid ook wel. En haat natuurlijk. Soms in subtiel gevecht, soms genadeloos hand in hand. Over hoe zelfs de zachtste streling weerstand vereist. Over het schijnbare licht van illusies. Over hoop, en hoe die drijft omdat ze hol is. Over het heerlijke gevoel ongelijk te hebben. Over seks en duizend herten in Parijs. Over u, kortom, en over alles wat u bij daglicht beweert niet te zijn.