Wembley droomt ervan bij een beroemde Europese voetbalclub te spelen. Zonder aarzelen verlaat hij zijn Afrikaanse dorp om met het geld van zijn schoonvader zijn geluk te zoeken in Nederland. Eenmaal in Amsterdam ontmoet hij Leolo, een landgenoot die zegt hem te willen helpen. Leolo regelt een baan voor hem en een plek in het eerste elftal van de amateurvereniging Rap. Dankzij Wembley behaalt Rap het kampioenschap, waarna een contract bij Ajax een kwestie van tijd lijkt. Wembley begint als een jongensboek over voetbaldromen, tot Richard Osinga de absurde realiteit schetst waarmee immigranten in Nederland geconfronteerd worden: Wembley verdient de kost als uitbener in een slachthuis en komt terecht in de schimmige wereld van illegalen die zich ternauwernood staande weten te houden. Als de brieven aan zijn vrouw onbeantwoord blijven en Leolo hem steeds meer mijdt, neemt het verhaal een onverwachte wending.