Wenken voor jonge letterkundigen is een lichtvoetig vademecum voor de aankomende schrijver. Het bevat behartenswaardige opmerkingen over geluk en pech bij het debuteren, over het afkraken van tegenstanders, over de methoden om een werk op te zetten, over dagelijkse arbeid en inspiratie, over vrouwen die voor letterkundigen een bedreiging vormen enzovoort, dat alles 'met broederlijke genegenheid aan het papier toevertrouwd'. Tegelijk vormen deze Wenken een ironisch zelfportret van de kunstenaar als jonge man.