Wanneer men de wording van onze moderne westerse cultuur wil begrijpen, is er nauwelijks een fascinerender onderwerp te bedenken dan de verhouding tussen wetenschap en godsdienst. Herman Phlipse behandelt aan de hand van enkele individuele denkers uit de wetenschapdsgeschiedenis, van Copernicus en Galilei, tot Darwin en Dawkins, de vraag hoe deze verhouding is veranderd onder invloed van wetenschappelijke ontdekkingen.