Ooit werden de Europeanen naar Afrika gedreven door hebzucht en bekeringsdrang. Weinigen zullen echter weten dat er nu in Afrika meer blanken actief zijn dan tijdens de koloniale periode waar zij zich zo diep voor schamen. De blanken stellen zich tegenwoordig dienstbaar op, ze willen inheemse gebruiken graag respecteren en hun lijdende Afrikaanse medemens op alle mogelijke manieren helpen. Dit streven lijkt echter in zijn tegendeel te verkeren: Afrika wil maar niet worden wat wij verlangen.Ellen Ombre voltooit met dit autobiografische reisverslag de driehoek tussen Suriname, Nederland en Benin, de handelsroute waarlangs eens slaven werden gehaald naar de West, suiker en koffie naar Nederland getransporteerd, en vandaar uit weer wapens, alcohol en manufacturen naar de factorijen aan de Golf van Benin. Met een vrachtschip vol gebruikte auto's voer Ellen Ombre mee op de stroom van afgedankte spullen die de rijke landen dumpen in dat verarmde gebied. Eenmaal in Benin aangeland ontmoette zij de hulpverleners en hun hulpvragers, verstrengeld in het spel van geven en nemen, verwijten en beschuldigen, begeren en verleiden dat ontwikkelingshulp heet.Een ontluisterend relaas over de krampachtige en meest falende pogingen van Nederland om een onbegrepen verleden van koloniale uitbuiting goed te maken.Ellen Ombre werd in 1948 in Paramaribo geboren. Zij debuteerde in 1992 met het veelgeprezen Maalstroom. in 19 4 volgde een tweede verhalenbundel, Vrouwvreemd.Ellen Ombre laat zich niet verleiden tot uitgesproken standpunten, moralistische vingerwijzingen of nostalgische verheerlijking. Het is eerder precisie die haar verhalen kenmerkt. -Doeschka Meijsing in Elsevier