Jacob Haafner (1754-1809) leefde een kleine twintig jaar in Zuid-Afrika, India en Sri Lanka. Hij schreef vijf reisverhalen over zijn verblijf in die landen. Zijn directe aanstekelijke manier van schrijven en zijn avontuurlijke leven maakten hem tot een van de populairste schrijvers van het begin van de negentiende eeuw. Zijn boeken blijven ook voor de hedendaagse lezer aantrekkelijk. De levendige beschrijvingen van het alledaagse leven in de tropen getuigen van een scherp observatievermogen en een innige verbondenheid met de Indiase cultuur. Hij bestudeerde de talen en culturen van het subcontinent en genoot ervan als hij voor een Indiër werd aangezien. Haafner had een afschuw van het westerse kolonialisme en de slavenmaatschappij en schreef bij terugkeer in Nederland de eerste globale verhandeling tegen het kolonialisme en de zending. Dat maakte hem niet bepaald geliefd bij zijn rechtschapen tijdgenoten. De ongedwongen levenswijze in de tropen contrasteerde hij met de vormelijke in Europa. Dat was toen ontnuchterend, maar zelfs nu werkt zijn radicale multiculturele denkwijze nog confronterend.