Nog voor haar vijfde levensjaar versplinterde Kim Nobles geest, als een glas dat stukvalt op een harde vloer. Scherven, splinters, fragmenten, sommige klein, andere groter. Geen twee stukjes hetzelfde, als unieke sneeuwvlokken. Tien, twintig, honderd, tweehonderd stukken, waar er eerst maar één was. En al die stukjes kregen een nieuw bewustzijn, een nieuw leven om Kims plaats in de wereld in te nemen. Om haar te beschermen. Wanneer Kim Noble op haar 35ste de diagnose dissociatieve persoonlijkheidsstoornis (dis) krijgt, vallen een hoop puzzelstukjes op zijn plaats. Naast Kim blijkt haar geest uit meer dan twintig verschillende persoonlijkheden te bestaan, van een strenggelovige vrouw, tot een extravagante gay en zelfs een tweejarig meisje. Ze brengen haar in problemen waar ze totaal geen weet van heeft. Zoals Kim zelf zegt: 'Als het niet zo tragisch was, had ik erom kunnen lachen.'