Toen Maarten Zeegers in 2009 aan zijn studie islamitisch recht in Damascus begon, kon hij niet vermoeden dat hij enkele jaren later het land zou worden uitgezet. In 'Wij zijn Arabieren' verhaalt hij over zijn leven in Syrië. Scherpzinnig, maar ook geestig en lichtvoetig beschrijft hij de omgang met medestudenten, orthodoxe jongeren, radicale geestelijken en politieke tegenstanders van het regime. Hij ontdekt dat een groot aantal moslims uit een conservatief milieu in de praktijk niet zo streng in de leer is als hij dacht. Contact met de andere sekse is ingewikkeld: zijn ervaringen met vrouwen lopen stuk op culturele verschillen of worden verstoord door de Geheime Dienst. Wanneer de opstanden uitbreken, bevindt Zeegers zich midden tussen de demonstranten. De veiligheidsdienst treedt hard en gewelddadig op, maar kan de betogingen niet onderdrukken. Het volk eist de val van het regime. Zeegers schrijft anoniem over de opstand in verschillende kranten, tot het moment dat hij wordt opgepakt en het land wordt uitgezet wegens ‘illegale journalistieke praktijken’. 'Wij zijn Arabieren' past in de traditie van hoogwaardige journalistieke non-fictie van Podium over landen en gebieden, zoals van Joris Luyendijk, Joeri Boom, Edwin Koopman en Eefje Blankevoort.