Pierre is blij het snelle Parijs even te ontvluchten om in Kenia een laatste rustplaats te zoeken voor zijn overleden vader, die hij overigens nauwelijks heeft gekend. Hij blijkt een opmerkelijke man te zijn geweest. Als 'écrivain publique' in de sloppenwijken van Nairobi schreef hij brieven voor de ongeletterden, raakte betrokken bij hun levens en de rauwe kanten van het bestaan. Tot zijn verbazing krijgt Pierre in Nairobi ook te maken met een halfbroer, en vooral met de geesten van de voorvaderen, met wie een goede Keniaan altijd rekening houdt. Zij eisen een begrafenis zoals het hoort, op een gewijde plek. Het wordt een reis door een betoverend Afrikaans landschap, maar ook door een land dat getekend is door een geschiedenis vol misdadige kolonisten en moderne uitbuiters, met milieuvervuilende Hollandse kassen, racisme, geweld en de arrogantie van de lokale macht. De wijsheid van de geesten van de voorvaderen weten hoop en hopeloosheid op een boeiende manier te vervlechten. Stéphane Audeguy heeft hun rijk georkestreerde verhaal op een even pijnlijke als ontroerende manier opgetekend.