Dit opzienbarende boek beschrijft de zoektocht van de auteur naar de rituelen rond Sinterklaas, die hem fascineren en verbazen. Er klopt iets niet aan deze feesten. Het begint er al mee dat er twee namen zijn: Sinterklaas en Sint Nicolaas. De grijsaard op een wit paard die op mythische wijze over de daken rijdt en via de schoorsteen geschenken in schoenen gooit, beeldt een Roomse Bisschop uit, rond 300 geboren in Zuid-Turkije. Maar zijn gedrag, gevolg en zelfs zijn naam wijzen op veel oudere invloeden. In Nederland wordt hij vergezeld door een zwarte domme 'knecht', gekleed in een 17e eeuws pagekostuum, voorzien van een takkenroe, waarmee hij enkele decennia geleden kinderen achtervolgde en iets langer geleden nog sloeg. De auteur gaat letterlijk op onderzoek uit en reist geschiedenis en heden van de Sint achterna. Hij belandt op tot voor een eeuw geisoleerde plekken in Europa. Eilanden en hoge bergdalen, waar hij midden in primitieve riten terecht komt, waaraan Sint Nicolaas soms slechts zijdelings deelneemt of alleen in naam. Figuren die een soortgelijke rol spelen als Zwarte Pieten, zijn hier bokken. Angstaanjagende duivels, die kinderen ontvoeren. Op andere afgelegen plekken worden primitieve demonische figuren zelf Sint Nicolazen genoemd. Zowel zij als de duivels slaan er de meisjes. De jongens zijn er omheen verwikkeld in rituele vechtpartijen die doen denken aan het baltsgedrag van bokken en herten. In een oeroude rite in Europa ziet hij mannen dansen met geweien op het hoofd, als 'De Sjamaan', op een 15.000 jaar oude rotstekening in een grot in de Dordogne. De auteur kreeg nationale bekendheid als een van de mensen achter het TV-programma Paradijsvogels.