Vele Amsterdammers dachten in de herfst van 1983 hetzelfde. Ze zagen zijn foto in de krant en riepen uit: 'Hè? Wimpie?' Dat Willem Holleeder tot zoiets in staat was. Van de andere drie gefotografeerden hadden ze het misschien voor mogelijk gehouden dat ze achter de ontvoering van Freddy Heineken zaten. Maar niet van Onze Willem. Die rustige jongen uit dat nette gezin in het dwarsstraatje leek daar het type niet voor. Later, na zijn straf, zou Holleeder opnieuw in de publiciteit komen, als vermeende bendeleider en sluwe afperser van zakenlieden. 's Lands meest beruchte crimineel zou weer voor vele jaren 'voor schut gaan', zoals ze in zijn bakermat, de Jordaan, zeiden. Maar wat ging nou precies aan zijn misdaden vooraf? Hoe kwam hij zover? Daarover gaat dit boek, dat gebaseerd is op talloze gesprekken met klasgenoten, leraren, vrienden, buren en familieleden. Het verhaal van Wimpie; van de arme volkswijk de Jordaan waar goed en kwaad door elkaar liepen, van het gezin dat aan de achterkant niet zo vredig was als aan de voorkant, van de driftige, drankzuchtige vader Holleeder, die voor... Heineken werkte.