Nergens ter wereld heeft een passagiersschip zó lang op de bouwhelling gestaan als bij de Koninklijke Maatschappij 'De Schelde': het dubbelschroefmotormailschip WILLEM RUYS van de Rotterdamsche Lloyd. Het eerste ontwerp ervoor dateert van 1929. Het werd in 1938 in aanbouw genomen. Bij de werf kreeg het de aanduiding bouwnummer 214; de rederij refereerde eraan als de Schelde 214. Het grootste deel van de tijd-op-de-helling was donkere oorlogstijd. Het casco torende al die jaren hoog boven Vlissingen uit, en werd voor de bewoners van stad en regio tot symbool van 'Nederland zal herrijzen'. Toen het schip eind 1947 in de vaart kwam, verwierf het bij velen in Holland en Nederlands-Indië een warm plaatsje in het hart. Haar prachtige lijnen en moderne interieurs vormden een staaltje van vakbekwame Nederlandse scheepsbouw, dat ook in het buitenland grote bewondering oogstte. Bij de overdracht van de Willem Ruys viel de Rotterdamsche Lloyd de eer te beurt het predikaat 'Koninklijke' te verwerven. Van toen af aan voerde de rederij trots een kroontje in de huisvlag. De indienststelling van de prachtige Willem Ruys vormde waarlijk de kroon op de vloot. Dit is het eerste deel van een uitgebreide scheepsbiografie over de Willem Ruys, die nog steeds tot ieders verbeelding spreekt. Het boek beslaat de periode van ontwerp en bouw alsmede de twee eerste jaren van de vaart op Indië. In woord en beeld brengt het de fascinerende geschiedenis tot leven van dit fenomenale schip.