Ludwig Wittgenstein (1889-1951), jongste zoon van een Weens grootindustrieel, studeerde werktuigbouwkunde. Na kennisneming van de publicaties van de fysici Ludwig Boltzman en Heinrich Rudolf Hertz over de grondslagen van de mechanica, gaat Wittgenstein zich meer voor filosofie interesseren. In 1921 publiceert hij zijn Tractatus-Logico-Philosophicus, waarin hij claimt de definitieve oplossing gevonden te hebben voor alle filosofische vraagstukken. Het merkwaardige aan dit traktaat is dat de schrijver probeert aan te tonen dat filosofische uitspraken onzinnig zijn in een betoog dat zelf uit filosofische uitspraken bestaat. In feite levert Wittgenstein een metafysische verhandeling over het onderscheid tussen wat in taal kan worden gezegd ofwel wat kan worden gedacht, en wat niet door taal uitgedrukt kan worden, maar alleen kan worden getoond. In 2001 zal Wittgenstein op vele plaatsen en manieren worden herdacht. Dan is het een halve eeuw geleden dat hij overleed. Wittgenstein in 90 minuten is een korte en eenvoudige introductie tot het leven en gedachtegoed van een van de grote filosofen uit de geschiedenis. Paul Strathern is erin geslaagd op boeiende wijze een toegankelijk overzicht te geven, waarin hij Wittgensteins belangrijkste ideeën verwoordt op een manier die zowel filosofen als niet-filosofen aanspreekt.