‘We moeten selecteren, beste vriend. We moeten selecteren. Alle geschiedschrijving bestaat bij de gratie van selectie. We kunnen niet alles opnemen. We moeten ons beperken tot wat pittig en sappig en geestig is. Dingen als ontucht, moord, overspel.’ John Cowper Powys schreef zijn legendarische roman Wolf Solent (1929) tijdens een reis door de Verenigde Staten. ‘Wolf Solent is een boek van Heimwee,’ zei hij dertig jaar later, ‘geschreven in een vreemd land met de pen van de reiziger en het inktbloed van zijn vaderland.’ Niet voor niets ademt Wolf Solent dus de vriendelijke sfeer van het Engelse platteland. Maar schijn bedriegt. De jonge geschiedenisleraar Wolf Solent keert terug naar zijn geboortestreek Dorset om ‘literair assistent’ te worden van een sinistere landheer. Zijn taak blijkt merkwaardiger dan hij kon vermoeden: hij is aangenomen om een chronique scandaleuse van Dorset te schrijven, een pornografisch verslag van obsceniteiten uit de streek... In het idyllische landschap van zijn jeugd wordt Solent geconfronteerd met de schaduwzijde van de mens _ en van zichzelf. De innerlijke strijd die hij voert _ de eeuwige strijd tussen ziel en lichaam, goed en kwaad _ is door Powys geschilderd met een grote epische en humoristische kracht.