In ROTTERDAMS DAGBOEK beschrijft Boris Ryzji zijn verblijf in Rotterdam tijdens zijn deelname aan Poetry International in 2000. Zijn optreden heeft bij velen een onuitwisbare indruk achtergelaten, niet alleen vanwege zijn weergaloze poëzie. Hij dwaalt door de stad en drinkt. Beschrijvingen van zijn kroegentochten en ontmoetingen met andere deelnemers aan Poetry worden afgewisseld door herinneringen aan zijn vrouw, zijn zesjarige zoontje, het rauwe leven thuis in Rusland en gesprekken met dichters als Rejn.