'Op een heldere voorjaarsavond stelt mijn vrouw Anne mij voor om overspel met haar te plegen.' Met deze intrigerende zin opent Celeste, een bijzonder en aangrijpend verhaal over lust en overspel, en over de diepe gevoelens van liefde. In een mooie pakkende stijl voert Adri van Beelen de lezer mee naar een zeer verrassende ontknoping. Adriaan is getrouwd en gelukkig met Anne. Als Anne hem op een dag voorstelt om vreemd te gaan, met elkaar welteverstaan, is Adriaan sceptisch. Hoewel hij er helemaal geen behoefte aan heeft, stemt hij toch in. Hij is Anne graag ter wille en ergens vindt hij het ook wel spannend. Celeste, de vrouw als wie Anne zich voordoet, is Anne, maar toch ook weer niet. De welbespraaktheid van Celeste komt Adriaan vreemd voor, net als de wijze waarop Celeste Adriaan verleidt: daadkrachtig, subtiel en vol onbekende spanning. Niets aan haar is als Anne, en toch is ze Anne. Opnieuw wordt hij vreselijk verliefd. Als Adriaan thuiskomt na de nacht dat hij Celeste voor het eerst heeft mogen beminnen, is Anne er niet. En ook de volgende dag komt ze niet thuis. Adriaan vindt een aan Anne gerichte ansichtkaart uit het Italiaanse Portofino, en begint daar de zoektocht naar zijn vrouw. Adri van Beelen (journalist en schrijver) is geboren en getogen in Katwijk. Al meer dan 20 jaar schrijft hij verhalen. Hij publiceerde eerder in de Brakke Hond, won in 2007 de Piet Paaltjens-prijs en daarnaast diverse verhalenwedstrijden. Ondanks de veelvuldige lof voor zijn verhalen, durfde hij de stap niet te nemen naar literair proza. En nu in 2012, op 52-jarige leeftijd, debuteert hij met de zeer verrassende roman Celeste. Fragment Zijn blik verstart. Hij probeert scherper te kijken om het tafereel achter het hoofd van de dikke man te vangen, te fixeren. Daar, achter dat grote hoofd, op zo'n tien meter afstand, afstekend tegen de schemer van de lobby staat een blonde vrouw, gekleed in een goedzittend lichtbruin mantelpak. Er gaat een golf van spanning door zijn buik. Eigenlijk wil hij meteen naar haar toe en haar vastpakken. Haar tegen zich aandrukken en fluisteren: 'Anne! Doe niet zo raar. Wees nu gewoon mijn Anne. Ik ben Adriaan, niet Eric, en ik hou van jou, Anne.' Maar het kan niet. Hij zit in het spel. Er is geen weg terug nu. Zo hebben ze het afgesproken. Hij moet niet kinderachtig zijn.