De verhalen van Annelie van Steenbergen (1949) spelen zich af in het gebied tussen hallucinatie en realiteit, in dat deel van de geest waar niets zeker is en alles mogelijk. In het titelverhaal 'Wonja' geeft Leonoor zich over aan haar denkbeeldige geliefde Leonard om de gedachte aan haar overspelige man uit te bannen. Een zuivelfabrikant ontsnapt in 'De slak' aan zijn zakelijke bestaan en zijn tirannieke vrouw. Na een behandeling bij zijn natuurgenezende zuster hervindt hij zichzelf in de gedaante van zijn meest geliefde dier. Het hoofdpersonage in 'Het zit dieper' is door haar koelbloedige observatie min of meer medeplichtig aan de dood van haar man. De toon van de verhalen is luchtig, maar onder het animerend oppervlak voltrekt zich, bijna onzichtbaar, een gevecht met grote vraagstukken van liefde, begeerte, eenzaamheid en obsessie.