De vroege christenen werkten met vanzelfsprekende autoriteiten, die bij vele huidige christenen niet meer datzelfde gezag hebben. Eginhard Meijering probeert te laten zien dat zij ons desondanks nog veel te zeggen hebben, als we bereid zijn te luisteren naar wat zij eigenlijk bedoelen. Hij legt zijn oor te luisteren bij belangrijke vertegenwoordigers van het christendom van de eerste vier eeuwen: van de schrijver van de tweede brief van Petrus via Irenaeus en Marcion tot Augustinus. Hij kiest centrale gedachten van hen over wat nog steeds de kernvragen zijn van geloof en theologie: Wat is uiterlijk gezag? Wat bedoelen we met schepping, menswording, verzoening, eeuwig leven? Na een korte uiteenzetting over de historische achtergrond van wat zij zeggen, probeert te auteur te laten zien wat wij vandaag nog met hun gedachten zouden kunnen doen. [b]E.P. Meijering[/b] (1940) was van 1968 tot 1995 predikant in verschillende remonstrantse gemeentes en van 1976 tot 2001 lector in de theologiegeschiedenis aan de Universiteit Leiden. Eerder publiceerde hij bij Meinema Vijftig jaar onder theologen (2002) en Als de uitleg maar goed is (2003).