Breyten Woorddwaas, de verteller in Woordvogel, neemt de lezer beurtelings mee naar zijn werkvertrek in Parijs, naar een oude stulp in de Catalaanse heuvels, naar het eiland Gorée, Kaapstad en New York. Onderweg haalt hij herinneringen op aan kleurrijke ontmoetingen en onthutsende voorvallen. En passant levert hij scherpe kritiek op de machthebbers in deze wereld. Maar de grenzen tussen feit en fictie zijn dun en Breytenbach zet zijn lezers met schijnbaar realistische vertellingen en een scala aan alter ego's steevast op het verkeerde been. Met Woordvogel schreef Breytenbach een persoonlijk boek vol poëtische beeldvondsten en donkere humor. Krachtig weet hij de verschrikkingen én de schoonheid van het bestaan te belichten. Als lezer word je meegevoerd door de associatieve stroom van anekdotes, dromen en bespiegelingen van een ontheemde man die zijn thuis in de taal en herinnering vindt, en daarin niet alleen zichzelf, maar ook de lezer herbergt.