Nadat de eerste twee bezettingsjaren tamelijk rustig waren verlopen werden bevolking en bestuur van Zaltbommel in mei 1942 geconfronteerd met de nieuwe nationaalsocialistische orde. Jan Boll, een overtuigd en gedreven NSB-er van het eerste uur, was niet alleen benoemd tot burgemeester van het kleine stadje maar ook tot kringleider van de Bommelerwaard en een gedeelte van de West-Betuwe. Hij had zich tot taak gesteld om het nationaalsocialisme in Zaltbommel en omgeving nieuw leven in te blazen door het uitoefenen van een voorbeeldig bestuur, het stimuleren van de eigen partijleden en het voeren van een enthousiaste propaganda onder de bevolking. Tijdens het burgemeesterschap van Boll werd het grootste deel van de joodse gemeenschap gedeporteerd en vonden in de grootste Zaltbommelse bedrijven in 1943 de April-Meistakingen plaats. Tevens werd gastvrijheid verleend aan evacués uit 's-Gravenzande waardoor de stedelijke bevolking van de ene dag op de andere met meer dan tien procent toenam. Deze ingrijpende gebeurtenissen, die het gevolg waren van landelijke ontwikkelingen tijdens de bezetting, worden in samenhang met het functioneren van Boll als burgemeester en partijman indringend beschreven in deel I van het boek dat de periode beslaat tot september 1944. Hierin wordt ook uitvoerig ingegaan op de organisatie en het optreden van de Nederlandse en Duitse politie. Ruime aandacht wordt geschonken, op basis van grondig historisch onderzoek, aan de gewelddadige overval door de Sicherheitspolizei en de Wehrmacht op het Hotel Gottschalk in juli 1944 en de lotgevallen van de aldaar ondergedoken joden. Deel II van het boek beslaat de periode september 1944-mei 1945. Het is het verhaal over de Bommelerwaard in de frontlijn waarbij het gebied in de greep kwam van de statische oorlogsvoering. Voor de burgerbevolking stond deze periode in het teken van evacuaties en vervolgevacuaties dikwijls onder barre weersomstandigheden, levensbedreigend oorlogsgeweld, gedwongen tewerkstelling bij de aanleg van verdedigingswerken of andere vormen van dienstverlening aan de Wehrmacht, plundering van verlaten woningen en het optreden van besmettelijke ziekten. Het lokale bestuur, dat onder direct toezicht stond van het Duitse militaire gezag, was grotendeels op zichzelf aangewezen en concentreerde zich op een beperkt aantal zaken die essentieel waren voor het overleven van de bevolking. Er is naar gestreefd om van deze periode, die gekenmerkt werd door militaire terreur en sociale en bestuurlijke chaos, een samenhangend beeld te schetsen. Bijzondere aandacht is daarbij uitgegaan naar de evacuaties, het oorlogsgeweld, de openbare orde en veiligheid met daarin de rol van de politie en het optreden van de unieke Noodrechtbank Zaltbommel-Waardenburg, de volksgezondheid met daarin de rol van het noodhospitaal en de tyfusepidemie alsmede het behoud van de Sint-Maartenstoren. Dit boek is een belangrijke bijdrage aan de bezettingsgeschiedenis van Zaltbommel en omgeving en geeft tevens inzicht in de ontwikkeling van een NSB-burgemeester van gedreven partijman tot een bestuurder die zich verantwoordelijk voelde voor het wel en wee van de bevolking. Cees Kooman is civiel-ingenieur en historicus. Als geschiedenisstudent op latere leeftijd schreef hij enkele artikelen over het gemeentebestuur van Zaltbommel.