In augustus 1942 verlaat Emmy van Dantzig met haar man Joop en hun kinderen Elly en Rob bezet Nederland om een veilig heenkomen te zoeken in het neutrale Zwitserland. Het wordt een reis vol tegenslagen, oponthoud en de voortdurende dreiging opgepakt te worden. Na een barre tocht door het Zwitserse hooggebergte bereikt het gezin na een halfjaar het 'Hollandse kamp' in Clarens. "Zeg nooit dat je Joods bent" is het verslag van de reis dat Emmy onderweg heeft bijgehouden. De details zijn vaak schrijnend, maar Emmy beperkt zich tot een pure weergave en laat de feiten voor zich spreken. Haar schrijfstijl is sober en het verhaal maakt daardoor des te meer indruk. Te midden van andere boeken over vluchten naar Zwitserland onderscheidt Zeg nooit dat je Joods bent zich doordat het tijdens de vlucht zelf is geschreven en daardoor niet gekleurd is door interpretaties en emoties achteraf. De lezer leeft mee met de angsten van Emmy en haar onzekerheid over de afloop. De belangrijkse gebeurtenissen zijn treffend verbeeld in de tekeningen die dochter Elly tijdens de reis maakte.