Aan de voet van de Utrechtse Heuvelrug, op de rand van zand en klei, ontstaat in de vroege Middeleeuwen het engdorp Zeist: een gemeenschap van boeren, een bisschoppelijk hof, een kerk en een paar kleine kastelen. In de 17e eeuw wordt het boerendorp ontdekt door rijke stedelingen die hier extravagante villa¹s laten bouwen, omringd door lusttuinen en jachtbossen, zoals het nieuwe Slot Zeist. In de 19e eeuw telt Zeist enkele tientallen van deze buitenplaatsen, die een zodanige pracht en praal uitstralen dat ze Zeist de eretitel 'Parel der Stichtse Lustwarande¹ bezorgen. De bossen en buitenplaatsen trekken veel bezoekers. Rond Zeist verrijzen hotels, pensions en herstellingsoorden, de plaats geniet hierdoor nationale bekendheid. Villaparken worden aangelegd, want veel welgestelden willen hier graag wonen. Dit gaat deels ten koste van de bossen en de oude buitenplaatsen, die worden verkaveld. Na de Tweede Wereldoorlog stort het toerisme in en het deftige dorp krijgt stedelijke trekken. In de villa¹s van de buitenplaatsen worden vaak kantoren gevestigd. Zeist wordt een moderne woonplaats, maar het illustere verleden blijft wel prominent zichtbaar. Kees Volkers neemt u mee op een boeiende reis door de tijd en illustreert de ontwikkeling van Zeist aan de hand van honderden historische en actuele kaarten, prenten en foto's.