Zelfportret als neger is een boek vol gevaarlijke gedachten, verwarrende emoties en prachtige verhalen over een onderwerp waar niemand raad mee lijkt te weten; de intelligentie van negers. Een college over dat explosieve onderwerp veroorzaakte het schandaal dat professor Willem de Vrede, een vriend van Schouten, fataal werd. Samen zouden ze een reis ondernemen naar Jamestown, Virgina, waar in 1619 een Nederlands schip de eerste Afrikanen aan land zette. Na de dood van De Vrede gaat Schouten alleen. Zijn omzwervingen vormen een aanzet tot een veelzijdige inventaris van hoe men de afgelopen eeuwen is omgegaan met negers en hoe die negers in een vijandige wereld met zichzelf zijn omgegaan. Gaandeweg Zelfportret als neger raakt het dagelijks leven van Schouten doordrenkt van zijn studiemateriaal. Zo duikt het Nederlandse vriendinnetje van Coleman Hawkins, de grote tenorsaxofonist, op als een aanbiddelijke oude dame. En Sara, dochter van een Surinaamse man en een Hollandse moeder, sluit de schrijven na bijna een onverhoeds in haar armen. Soms dient de geest van zijn overleden vriend De Vrede zich zelfs aan. Martin Schouten vindt in Zelfportret als neger de ideale mix tussen Wahrheit en Dichtung, waarmee hij zich in de lijn plaats van illustere auteurs als W.G. Sebald.