Jan van Delden, een leerling van Wolter Keers en auteur van ‘Terug van nooit weggeweest', vertelt in dit boek zijn verhaal van de ‘stoelendans'. Met behulp van vier tuinstoelen bewijst Jan van Delden dat het ware ‘ik' los staat van de drie bewustzijnstoestanden die we kennen, n.l.: de stoel van de waaktoestand, de stoel van de droomtoestand en de stoel van de droomloze slaap. De vierde stoel blijkt de stoel van waaruit deze drie toestanden door jou (er zijn) moeiteloos gedragen en ‘gezien' worden. Dat is de stoel van jouw ondefinieerbare zijn. In het boek is een DVD opgenomen met een lezing van bijna vier uur over de stoelendans. Het is de bedoeling dat, wanneer u eenmaal zover in het boek gekomen bent, u eerst de DVD bekijkt voordat u verder leest. Jan van Delden zegt zelf over zijn stoelendans: ‘Met mijn verhaal wil ik iets vertellen dat eigenlijk niet onder woorden te brengen is. De stilte, die je hoort in muziek, in meditatie of in wat dan ook, valt eigenlijk niet te beschrijven, Maar om die stilte binnen te gaan en in je hart mee te dragen hebben sommige mensen een verhaaltje nodig. Mijn verhaaltje doe ik met stoelen omdat ze voor mij een beeld scheppen als extraatje buiten de woorden om. Met de stoelendans probeer ik iets uit te leggen dat zo simpel is, dat je geest het bijna niet kan bevatten. Ons denken weigert dit te begrijpen omdat ons denken altijd iets wil bereiken. Waar ik het over heb valt niet te bereiken. Het is het meest simpele in jezelf, en daarom wordt het over het hoofd gezien.'