Dit boek is een relaas van ervaringen met betrekking tot het boogschieten. De leerling komt tot ontdekking dat het steeds om iets anders gaat dan hij aanvankelijk aanneemt. Noch het lossen van het schot, noch het raken van het doel zijn op zichzelf belangrijk. Veeleer wordt de nadruk gelegd op de juiste houding, zowel innerlijk als uiterlijk, de ademhaling en het ontspannen van de aandacht. Zo bemerkt de leerling dat hij via het uiterlijke ritueel van het boogschieten in de geestelijke mystiek van het zenboeddhisme ingewijd wordt. Prof. Dr. Eugen Herrigel werd in 1884 geboren. Na filosofie gestudeerd te hebben werd hij in 1923 professor te Heidelberg. Van 1924 tot 1929 doceerde hij filosofie aan de keizerlijke universiteit in Sendia, Japan. Van 1929 tot 1948 was hij professor in de systematische filosofie te Erlangen. Hij overleed in 1955.