Dallas, november 1963. De Amerikaanse droom wordt aan flarden geschoten. Wayne Tedrow Jr., een jonge agent uit Las Vegas arriveert met zesduizend dollar op zak; zes ruggen die hem zijn betaald om een smerig karweitje op te knappen. Hij heeft geen idee dat hij hierdoor verstrikt raakt in de duistere en levensgevaarlijke machinaties waarmee de samenzwering rond de moord op Kennedy in de doofpot wordt gestopt. Hij belandt in de schimmige onderwereld van de Amerikaanse politiek waar even invloedrijke als gewetenloze figuren de dienst uit maken. De vijf jaar die volgen voeren Tedrow langs Las Vegas, de mmafia, Howard Hughes, de Ku Klux Klan, J. Edgar Hoover en uiteindelijk naar Vietnam en de drugshandel. Dan wordt het 1968: tijd om terug te keren naar de VS, waar het politieke klimaat aan het veranderen is, waar Martin Luther King strijdt voor gelijke rechten en een nieuwe Kennedy klaar is voor het Witte Huis. Tijd ook voor nieuwe, duivelse complotten. In Zes ruggen legt James Ellroy de jaren zestig genadeloos en ongepolijst vast. Om deze hectische periode in de Amerikaanse geschiedenis te verbeelden heeft hij een geheel eigen, nieuwe stijl ontwikkeld die hem een unieke plaats in de Amerikaanse literatuur garandeert.