Aangespoord door de priesters van de valse godin Alshandra trekt het paardenvolk op naar de grenzen van het grondgebied van prins Dar. De leiders zijn van meniNg dat de rijke graslanden van het prinselijke domein hun rechtens toebehoren. Maar Dar kan op machtige bondgenoten rekenen, de draak Arzosah bijvoorbeeld, die al eeuwenlang een gruwelijke hekel aan het paardenvolk heeft. Zij bereidt een wraakactie voor die afschuwelijker is dan het paardenvolk en hun priesters zich kunnen voorstellen. De machtigste bondgenoot van de prins is de magie van de dweomer, gestuurd door een gezelschap van tovenaars die hebben gezworen de prins te beschermen, geleid door de elfenmeester van de magie, Dallandra, de Zilvermagiër.