In dit indringende epos brengt Li Rui de turbulente geschiedenis van het twintigste-eeuwse China tot leven. Hij beschrijft op onvergetelijke wijze een wereld waarin een tweeduizend jaar oude, verfijnde cultuur in korte tijd door het communisme wordt verdrongen. Het verhaal, dat zich afspeelt in het mijnstadje Zilverstad, voert ons van de pre-communistische jaren twintig - een hoofs tijdperk van draagstoelen, theehuizen, weelderige tuinen en met dichtregels verluchte paviljoens - naar op het land werkende studenten en tewerkgestelde intellectuelen tijdens de gewelddadige wervelingen van de Culturele Revolutie. Zilverstad wordt door een intrigerend scala van personages bevolkt, onder wie Bai Ruide, de ondernemer die, gebruikmakend van Westerse wapens als bedrijfsovernames en bankfusies, zijn zinnen heeft gezet op het zoutimperium van de Li-clan; mevrouw Yang, zijn manipulatieve echtgenote, die een concubine in huis haalt om haar man een zoon te baren maar door deze ingreep zelf het onderspit delft; Li Naizhi, de tegendraadse erfgenaam van het zoutimperium die zijn familie in de steek laat voor het communisme; en zijn zuster Li Zihen, wier zelfopoffering, loyaliteit en incasseringsvermogen de ultieme expressie blijken van het lijden en de kracht van de Chinese ziel. Want de toekomst van alle personages, door intriges, liefdesverhoudingen en verraad met elkaar verbonden, valt ten prooi aan China's meedogenloze cyclus van revoluties, contrarevoluties en bloedbaden.