Hazel leert de wereld kennen aan de hand van haar oudere broer Jaris. Ze communiceren in geheime codes, delen een fascinatie voor zwarte gaten in het heelal en het communisme. Maar op weg naar de volwassenheid worden de gedachtes van Jaris steeds donkerder, tot hij in zijn schizofrenie alle grip op de realiteit verliest. Na de verdwijning van Jaris verruilt Hazel het ouderlijk huis in Heerhugowaard voor een zolderkamer in Amsterdam. Daar ontpopt ze zich tot een rebelse studente. Samen met haar onmogelijke vrienden Das en Keizer bewandelt zij de genadeloze weg naar de afgrond en geeft zich over aan drank, drugs en seks. In een laatste poging Jaris terug te vinden start Hazel een zoektocht naar haar broer. Met gevoel, ironie en grote verbeeldingskracht wordt het idee van de werkelijkheid onderuit gehaald. Zo gaan we niet met elkaar om is een wrangkomisch en poetisch beeld van een reddeloze generatie.