In een virtuoze stijl die varieert van rauw tot gevoelig, van humoristisch tot gepassioneerd vertelt Davide Enia het onvergetelijke verhaal van Davidù en zijn familie tegen de achtergrond van de veelbewogen Siciliaanse geschiedenis. Davidù is negen jaar oud als hij ziet hoe zijn buurjongen Gerruso door een groep jongens wordt mishandeld. Als daarna ook Gerruso’s nichtje Nina slachtoffer dreigt te worden, grijpt Davidù in. Nina ontfermt zich over de gewonde Davidù, en hij zal haar nooit kunnen vergeten. Gerruso is in zijn ogen alles wat een man niet moet zijn, maar vanwege Nina zullen ook deze twee tegenpolen elkaar nooit meer loslaten. Davidù groeit op zonder vader, maar met zijn moeder, oom, opa en oma, die hem verrijken met een schat aan verhalen over zijn bijzondere voorouders. Zijn familie brengt hem de waarden bij die hij nodig zal hebben om te kunnen overleven in het arme, vieze maar ook zo schitterende Palermo, waar de maffia heerst, het recht van de sterkste geldt en waar het leven draait om eergevoel.