Adriaan Morriën is een van de meest idyllische dichters in de Nederlandse literatuur genoemd en eveneens een van de zintuiglijkste. Daarnaast wordt her en der gesneerd dat het masturbatiegemiddelde bij geen dichter zo hoog is: 'Ik lag ook liever in de armen van een meisje.' Inderdaad is erotiek bij Morriën nooit ver weg. Dat Morriën echter vooral de lezer weet te raken bewijst deze bloemlezing uit zijn oeuvre door Ester Naomi Perquin. Het kan als een verheerlijking van de vrouw gelden. Neem de volgende dichtregels: 'je huid beeldt de winter af', 'je zo innig bewonderde hals' en ''t gerimpeld zand herhaalt je kus'. Adriaan Morriën (1912-2002) studeerde Frans en wijdde zich geheel aan de letterkunde. Hij was een van de oprichters van Literair Paspoort, de ontdekker dan wel promotor van onder meer Willem Fredrik Hermans, Hans Lodeizen, Pierre Kemp en Rogi Wieg, was jarenlang adviseur bij uitgeverij De Bezige Bij (waar hij ook zijn eigen poëzie publiceerde) en tegelijk literair criticus bij dagblad Het Parool. Voorts had hij enige tijd zitting in de redactie van het literaire tijdschrift Tirade. In 1962 publiceerde hij in de befaamde Stoareeks van uitgeverij Van Oorschot een bescheiden keuze uit zijn literaire kritieken onder de titel Concurreren met de sterren. In later jaren werd hij vast medewerker van NRC Handelsblad. Zijn 'miniaturen' op de achterpagina van het voorkatern waren veelbesproken. Vanaf 1980, met de verschijning van zijn voorlaatste dichtbundel Avond in een tuin publiceerde hij zijn werk nog uitsluitend bij Van Oorschot. Ester Naomi Perquin (1980) is dichteres. Ze won de debuutprijs Het Liegend Konijn 2007, in 2009 de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs en de Anna Blamanprijs 2010 voor haar twee bundels Servetten halfstok en Namens de ander. In 2011 werd zij benoemd tot stadsdichter van de gemeente Rotterdam.