Zoete epigrammen is het laatste deel in de trilogie Klassieke liefdespoëzie. Guépin onderscheidt de puntige van de zoete epigrammen. Deze zinnelijke poëzie die liefdesgeluk en -ongeluk tot onderwerp heeft, komt vooral voor in de Griekse anthologie, die tijdens de renaissance vele navolging vond. De idylle en de pastorale vormen de kern van deze bloemlezing. De gedichten omspannen een periode van 2000 jaar, van Callimachus tot Staring. Op briljante wijze vertaald vormen deze gedichten een fijnzinnige kennismaking met de klassieke liefdespoëzie.