Tijdens een warme zomer gaan er in een villawijk vier berken tegen de vlakte. De buurt spreekt van kaalslag en zonnesteek. Wakkerman belooft zijn zoon Oscar dat hij een pergola op de plaats van de berken zet. Jaren later, tijdens een korte treinreis, ontmoet Oscar Inge, die zijn grote liefde blijkt te zijn. De verhouding is nog maar net begonnen als Inge besluit naar Engeland te vertrekken en Oscar vraagt mee te gaan. Hij wil wel, maar hij heeft ook goede redenen om te blijven: hij wil zijn zusje niet in de steek laten. Uit de lichtelijk delirische brieven die Wakkerman schrijft, maar nooit verstuurt, wordt gaandeweg duidelijk wat Oscar bindt, hoe het zat met die berken en waarom hij Wakkerman nooit meer zal zien. In weerwil van zichzelf besluit Oscar zijn verleden achter zich te laten. Met in zijn kielzog een baaierd van verlangen, herinneringen, dromen en sprookjes gaat hij scheep richting Engeland.