In dit dagboek gaat het over de dagelijkse zorgen om brood en bed, over ontmoetingen onderweg en - in onbegrensd aanbod - alle mogelijke zintuiglijke ervaringen. Die zetten steevast gedachtentreinen aan het rijden. Van dunne tractortjes tussen de Moezelwijnstokken en vaders die dikkopjes scheppen met een theezeefje, tot aamborstig stuivende everzwijnen en steentjes keilende communicantjes. Over Cootje die een hert vóórligt, maar twee eekhoorns achter, en Jan die lucifers inkort om ze in een Hollands zwaluwdoosje te passen.