Zaterdag 14 oktober 1944 geldt als een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Zutphen. Tegen vier uur 's middags verschenen plotseling drie geallieerde squadrons bommenwerpers boven de stad. Amper tien minuten later was het vredige stadje aan de IJssel veranderd in een rampgebied. De Engelse en Franse vliegeniers hadden hun bommen niet alleen afgeworpen boven de IJsselbrug ? zoals de bedoeling was ? maar vooral ook boven de naastgelegen stadswijk. Deze misser kostte het leven aan ten minste honderd mensen en een veelvoud daarvan raakte gewond. Huizen en straten in de wijde omtrek lagen volledig in puin. Het bombardement zou een kantelmoment blijken in de geschiedenis van de Hanzestad. Na de bevrijding besloot het stadsbestuur tot complete herinrichting van het rampgebied. Middeleeuwse gevels en straten verdwenen. Het eens zo imposante station en andere gehavende historische gebouwen, zoals het Oude en Nieuwe Gasthuis, werden gesloopt. Sindsdien wordt de noordwestelijke binnenstad gedomineerd door mistroostige wederopbouwarchitectuur. Vreemd genoeg is Zutphen het drama pas decennia later gaan herdenken. Exact 65 jaar na het bombardement publiceerde dagblad de Stentor foto's en verhalen van ooggetuigen van het Zutphen vóór, tijdens en na het bombardement. Samengebracht in deze unieke uitgave schetsen ze een aangrijpend en nostalgisch beeld van het Zutphen dat voor altijd verdween.