Ewald Vanvugt beschrijft in 'Zwartboek van Nederland overzee. Wat iedere Nederlander moet weten' het wangedrag van Nederlanders in de andere werelddelen - vanaf 1570, toen Willem van Oranje de eerste kaperbrieven uitgaf, via het afslachten van de tienduizenden walvissen in de noordelijke wateren, de Chinezenmoord in Batavia in 1740 en de lucratieve opiumhandel in het Verre Oosten, tot de oorlogsmisdaden tijdens de Atjeh-oorlog en de 'politionele acties' in Indonesië in de twintigste eeuw. Het zijn gebeurtenissen die maar al te vaak in de doofpot verdwenen en in de schoolboeken discreet werden verzwegen.