`Ik vertel je dit verhaal over oorlog en over mijn vader en over mijn geliefde Somalië omdat niemand anders het zal vertellen’ Jemen, 1935. Jama is een straatschoffie dat met zijn vriendjes de stoffige markten van Aden afstruint. Wanneer zijn moeder sterft, staat Jama er alleen voor. De oorlog nadert en de fascistische Italiaanse troepen die delen van oostelijk Afrika in handen hebben, bereiden zich voor op de strijd. Toch besluit Jama op zoek te gaan naar zijn vader, die volgens de geruchten die hem via clangenoten bereiken ergens in het noorden als chauffeur voor de Britten werkt. En zo begint Jama’s opzienbarende reis naar Egypte. Een tocht van ruim 1500 kilometer die hij per kameel, vrachtwagen en trein maar vooral te voet aflegt, en die hem door Somalië, Djibouti en het door oorlog verscheurde Eritrea en Soedan naar het noorden zal brengen. Hij trekt van de ene gevaarlijke stad naar de andere, vertrouwend op zijn grote netwerk aan clangenoten om hem onderdak te bieden en de weg te wijzen naar zijn vader, die altijd net een dag of twee reizen buiten zijn bereik lijkt te blijven. Op zijn tocht ondervindt Jama warme menselijkheid en grote wreedheid als hij belandt in de onverschillige, alles vermalende oorlogsmachine. Zwarte Mamba een afwisselend grappig, schokkend en hartverscheurend verhaal over ontworteling en familiebanden. Deze roman over een jongen en zijn lange tocht naar de vrijheid is tegelijk het verhaal van hoe Afrika heeft geleden onder de Tweede Wereldoorlog.