Zou de jonge Vroman de oude echt niet hebben herkend? De vraag komt van Jan Lauwereyns, net als Leo Vroman dichter, wetenschapper en expat, maar een halve eeuw jonger. In Zwelgen wij denkend rond wisselen deze twee schrijvende onderzoekers nieuwe verzen, grote gedachten en kleine anekdotes uit, op de brug tussen poëzie en wetenschap. Alles heeft hun aandacht: de verstrengeling van kwanta, de verliefdheid op het Nederlands, of Tineke wel in het gras gezeten kan zijn. Een knisperende correspondentie tussen twee geestverwanten.