Vanuit zijn geïmproviseerde tentje onder het viaduct kan de Kid de zon zien opgaan over de stad Calusa en het Atlantische briesje voelen dat de grote palmbladeren beweegt. Het viaduct is de enige plaats binnen de stadsgrenzen die meer dan 750 meter van een school, park of bibliotheek af ligt en vormt de verzamelplaats voor dakloze zedendelinquenten, die niet binnen die straal mogen komen en nergens anders heen kunnen. Deze anonieme, beschadigde groep mensen beslaat een heel spectrum, van een politicus met een zwak voor kleine meisjes tot de eenzame, totaal onaangepaste Kid wiens enige seksuele ervaring heeft plaatsgevonden in een chatroom. Als de Professor in beeld verschijnt om hem te interviewen voor een sociologische studie, wil de Kid hem graag vertrouwen, en ook als lezer hoop je dat wat menselijke interactie zijn redding kan betekenen. Maar de Professor heeft zo zijn eigen demonen …