Minder bekend dan de Amsterdamse onderwereld, maar minstens zo groot en gewelddadig, is het criminele milieu in en rond Rotterdam. Auteur Gerhardt Mulder kent deze Rotterdamse wereld van binnenuit. Hij begint zijn boek met de verhalen over de oude Rotterdamse penoze die bij elkaar komt in het café. Het zijn harde jongens, maar ook toffe gasten met wie je een biertje drinkt en kunt lachen. Aan de bar worden goede grappen gemaakt. Komt er heibel, dan wordt zo'n ruzie met de blote vuist of hooguit met het mes beslecht. Deze cultuur is langzaam aan het verdwijnen. Want naast de humoristische, vaak hilarische strapatsen van zwendelaars en oplichters, vertelt Mulder hoe anno nu de sfeer is op Katendrecht, in Crooswijk en het Oude Westen. In de laatste decennia ontwikkelden zich in het Rotterdamse nieuwe generaties. Het gaat nu om harde criminaliteit met handel in drugs, gedwongen prostitutie en brute afpersing. Zwaar geweld wordt niet geschuwd. Voor zijn boek sprak Mulder uitgebreid met de oude en nieuwe penoze. Hij geeft, zonder een blad voor de mond te nemen, inzicht in de wandaden van de nieuwe generatie Rotterdamse criminelen, zoals Eric Jan Quakkelsteijn, Kobus Lorsé, Henk Boom, Papa Blanca en vele anderen. Toffe jongens groeien uit tot harde jongens. True crime tot op het bot! Rotterdammer Gerhardt Mulder (1939) schreef eerder verschillende boeken over Rotterdam. Hij heeft een bijzondere fascinatie voor de wereld van de misdaad. Al ruim twintig jaar verzamelt hij alle beschikbare informatie hierover. Regelmatig wordt door politie en media een beroep gedaan op zijn kennis.