Hoe techniek en moraal met elkaar meebewegen Telkens weer moeten we onszelf uitvinden 'Heel hard "nee" roepen tegen een technologie komt vaak neer op een poging om aan een stuur te draaien dat nergens op aangesloten is.' - Peter-Paul Verbeek Techniek plaatst ons voortdurend voor ethische dilemma's. Een recent ontwikkelde chip die de mannelijke vruchtbaarheid test, blijkt het ook mogelijk te maken om de spermacellen voor een meisje te scheiden van die voor een jongetje. Deze praktijk is nu nog verboden, maar wat gebeurt er als er straks een doe-het-zelf-apparaatje voor geslachtskeuze komt? En wat te denken van de Google-bril die ons direct alle beschikbare informatie geeft over de mensen en dingen om ons heen? Wat gaat dit betekenen voor menselijke relaties, voor de openbare ruimte? Er bestaat geen onafhankelijk, vooraf gegeven kader waarmee we dergelijke technologieën kunnen beoordelen, zegt Peter-Paul Verbeek. Iedere innovatie dwingt ons tot nieuwe afwegingen. Het heeft weinig zin om de vraag te stellen of we een bepaalde technologie wel of niet hadden moeten toelaten tot de samenleving. Als iets eenmaal is uitgevonden, dan is de wereld al veranderd en moeten we ook onszelf opnieuw uitvinden. Doordat echoscopie ons verantwoordelijk maakt voor aangeboren ziektes, bijvoorbeeld, veranderen ethische beslissingen rondom abortus. De eye-opener van dit boek is het inzicht dat de techniek zélf ethisch geladen is. We moeten leren omgaan met nieuwe technologieën, zoals Icarus moest leren vliegen met zijn wassen vleugels.