In mei 2013 vertrok Glenn Greenwald naar Hong Kong om een anonieme bron te ontmoeten die claimde in het bezit te zijn van overweldigend bewijs voor vergaande overheidsspionage. Die bron bleek de 29-jarige nsa-systeembeheerder Edward Snowden. Zijn onthullingen over het wijdverbreide en systematische misbruik van gegevens behoren tot het meest explosieve en omvangrijke nieuws in de recente geschiedenis en leidden wereldwijd tot een hevig debat over nationale veiligheid en privacy van burgers. In dit boek verbindt Greenwald voor het eerst alle stukjes van de puzzel. Hij vertelt over zijn zeer intensieve trip naar Hong Kong, onderzoekt de bredere implicaties van de surveillance waarover hij rapporteerde in The Guardian en brengt nieuwe informatie over het ongekende machtsmisbruik van de nsa naar voren, met niet eerder verschenen documenten, aan hem toevertrouwd door Snowden zelf. Naast de nsa pakt Greenwald ook de gevestigde media aan. Hij keert zich fel tegen hun gewoonte overheidskritische reportages niet te publiceren en hun onvermogen de belangen van de gewone mens te dienen. Tot slot vraagt hij zich af wat het voor de individuele en nationale politieke gezondheid betekent wanneer een overheid zo intensief de privélevens van burgers monitort, en laat zien welke maatregelen getroffen moeten worden om democratie in het digitale tijdperk te waarborgen. De afluisterstaat verschijnt op een keerpunt in de wereldgeschiedenis. Het is een onbevreesde, scherpzinnige en essentiele bijdrage aan ons begrip van de Amerikaanse toezichtsstaat. Glenn Greenwald is journalist en schrijver. Hij was tot oktober 2013 columnist van The Guardian, de krant die in 2014 een Pulitzerprijs won dankzij Greenwalds reportages en artikelen over de afluisterpraktijken van de nsa. Greenwalds stukken verschenen in vele kranten en politieke tijdschriften, waaronder The New York Times, The Los Angeles Times en de American Conservative. In februari 2014 startte hij een nieuwe mediagroep, First Look Media.