Yahya Hassans debuut is zijn levensverhaal in gedichten: een aangrijpend coming-of-ageverhaal van een jonge Palestijnse immigrantenzoon, die teleurgesteld en boos is omdat hij zich in de steek gelaten voelt door zijn ouders. In directe bewoordingen beschrijft hij hoe zijn vader hem mishandelt en zijn moeder haar hoofd afwendt, en hoe hij zijn jongere broers en zussen probeert te beschermen tegen het geweld van zijn vader. Hassans autobiografische dichtbundel is een aanklacht tegen zijn ouders, maar ook tegen moslimimmigranten in het algemeen, die volgens hem met de Koran in de hand alles doen wat de Koran verbiedt. Met een virtuoos gevoel voor ritme en klank, rauwe en pure woorden, prachtige taalvondsten en scherpe observaties brengt Hassan een intens verhaal, dat compassie en verontwaardiging oproept en tegelijk belangrijke maatschappelijke problemen aansnijdt.