Het dorp Zoutelande ligt aan de Zeeuwse kust, niet ver boven Vlissingen. De tieners Daan en Mikkie, broer en zus, verheugen zich op de zomervakantie die net is aangebroken. Met name Mikkie heeft iets om naar uit te kijken – haar beste vriendin Luana, die het afgelopen jaar op Bonaire heeft gewoond, komt bij haar oma logeren, een paar huizen verderop. Helaas voor de vriendinnen kunnen ze niet zoveel tijd met elkaar doorbrengen als ze wel hadden gewild. Luana’s oma heeft aan haar broer beloofd dat Luana diens kleinzoon gezelschap zou houden, ene Steve. Hij is vijftien en komt uit Noord-Brabant. Maar als ze noodgedwongen met zijn vieren optrekken lijkt het allemaal wel mee te vallen. Tot Louana tijdens het bezoeken van een oude Duitse bunker in de duinen een lijk gezien denkt te hebben in een achterkamertje. Ze nemen zich voor nog eens terug te keren en de zaak te onderzoeken. Dit is het begin van een bloedstollend, spannend verhaal. Want ondanks de waarschuwingen van Luana, die heeft ontdekt dat Steve bepaald geen lieverdje is en zelfs een bekende is van de politie, wordt Mikkie verliefd op Steve en laat zij zich langzaam door hem inpalmen. Dat drijft een wig tussen de vrienden – en dat terwijl het onderzoek naar de vermeende dode man een angstaanjagende wending krijgt.