Wat te doen met antidemocratische partijen? De oratie van George van den Bergh uit 1936 Ingeleid en toegelicht door Bastiaan Rijpkema Met een voorwoord van René Cuperus en een nawoord van Paul Cliteur Wie met geweld een democratie omver wil werpen, zal zich moeten verantwoorden tegenover de rechter. Maar wat wacht politici die binnen de kaders van de wet strijden voor het einde van de democratie? Met een indrukwekkend betoog legde George van den Bergh, telg uit de familie die aan de basis stond van Unilever, in 1936 het fundament voor de discussie over de vraag: hoe voorkomt een democratie haar eigen afschaffing? In de veelbesproken oratie spat de urgentie van de pagina's. Deze nieuwe uitgave maakt Van den Berghs tekst, nog altijd sprankelend en geraffineerd, tachtig jaar na dato voor een breed publiek beschikbaar. Voorzien van een inleiding, toelichting en verklarende essays door prof.dr. Paul Cliteur en mr. Bastiaan Rijpkema, promovendus aan de Universiteit Leiden. George van den Bergh (1890-1966) was hoogleraar staatsrecht, advocaat, rechter en politicus namens de SDAP. Na de oorlog was hij nauw betrokken bij het beginselprogramma van de PvdA. "Een interessante en ten onrechte vergeten rede" - Frits Bolkestein "Een prachtige rede, in de geest van Stefan Zweig en Menno ter Braak" - Rick Lawson, hoogleraar Europees Recht en decaan rechtsgeleerdheid Universiteit Leiden "Een krachtige aanzet tot herwaardering van deze belangrijke lezing" - René Cuperus, columnist van de Volkskrant en medewerker van de Wiardi Beckman Stichting.