Als Michiel Princen in 2004 financieel rechercheur bij de Amsterdamse politie wordt, kan hij meteen vol aan de bak. Precies twee weken later wordt witwasfenomeen Willem Endstra voor zijn kantoor aan de Apollolaan in Amsterdam-Zuid geliquideerd. Het zal het begin blijken van een onderzoek naar de afpersing van Endstra door Willem Holleeder. Princen doet jarenlang onderzoek naar het witwassen van die afgeperste miljoenen door de ogenschijnlijk onkreukbare kasteelheer Jan-Dirk Paarlberg, de tot dan toe onomstreden eigenaar van de halve P.C. Hooftstraat. Daarna werkt Princen mee aan andere rechercheonderzoeken naar witwassen, oplichting, verduistering en valsheid in geschrifte binnen de georganiseerde criminaliteit en de 'bovenwereld'. Behalve de zichtbare successen - arrestaties, beslagleggingen en veroordelingen - ziet hij ook talrijke bottlenecks en zwakke plekken binnen de opsporing. Daarnaast constateert hij hoe de sociale cultuur binnen de politie de eigen slagvaardigheid schaadt en hoe de organisatie zichzelf dwarszit in de uitoefening van haar taken: misdrijven oplossen en de criminaliteit beheersen. Na tien jaar besluit Princen, met pijn in het hart, de recherche te verlaten en zijn bevindingen op papier te zetten. De gekooide recherche is zijn spannende, kritische en soms ronduit onthutsende verhaal, van binnenuit geschreven, over de gang van zaken bij de Amsterdamse recherche. Vijftien jaar lang was Michiel Princen (1968) onderzoeksjournalist voor De Telegraaf, Peter R. de Vries en FEM Business. In 2004 maakte hij de bijzondere overstap naar de financiële recherche van de Amsterdamse politie. De gekooide recherche is zijn eerste boek.