Een weergaloze psychologische roman over een man die ervoor kiest te verdwijnen. Het is zomaar een avond in september, als Gerlof Verdegaal, een vijftigjarige planoloog, zijn huis uit loopt, met een paar schaarse bezittingen in een plunjezak, vrouw en kinderen achter zich latend. Hij richt een eenvoudig onderkomen in bij een transformatorhuisje in een stadspark. Een enkele keer bezoekt hij nog zijn dementerende moeder, eigenlijk alleen om voedsel te stelen uit de keuken van het verpleeghuis. Zijn kinderen, die om de beurt langskomen, is hij liever kwijt dan rijk, alleen voor de jongste koestert hij nog vaderlijke gevoelens. Gerlofs keuze is onomkeerbaar. Maar steeds komt dat beeld bij hem terug van dat moment in de hal, de laatste keer dat hij met zijn vrouw sprak, zich omkeerde en vertrok. Ging hij uit zichzelf weg, of werd hij weggestuurd? De wolkenridder is een eigentijds verhaal over een zoektocht naar transcendentie, geschreven in een glasheldere en tegelijk bezwerende stijl.