In De grote vakantie draait het om afscheid nemen, op vele manieren, telkens in een andere vorm. Zo zijn in 'De dichter en de boog' enkele dichtregels de aanleiding voor een bizarre moord, en krijgt een doodzieke man in 'Russisch biljart' de kans om zijn heengaan te verzilveren. In 'Paalhut' beschrijft Lau op hartverscheurende wijze het einde van een jongensvriendschap, terwijl in 'Sprong in het diepe' een jong meisje intens verlangt naar het volwassen leven. Geschreven in Lau's vertrouwde opgewekt-melancholische stijl is De grote vakantie een kleinood waar het vertelplezier vanaf spat.