Toen Sjaakie in 1949 geboren werd, zei iedereen dat de knul perfectehanden had voor onder de grond. Hij groeide op als de vierde generatievan een mijnwerkersgeslachtin Heilust, een mijnkolonie in Kerkrade.Een brave, katholieke gemeenschap, die overliep van trots: demijnwerkers konden harder werken, drinken, bidden, blazen, vechtenen lopen dan de rest. En ze dienden de natie.Niet alleen Kerkrade draaide om kolen, een groot deel van Zuid-Limburg werd door ‘social engineers’ gevormd naar de aanwezigesteenkool. Kerk, mijn en staat voerden een totalitaire regie over hetmijnwerkersbestaan. Maar Sjaakie deed niet mee. Die ging zingen,het podium op. Terwijl de ster van Jack Vinders rees, begon in Heilusthet verval.Marcia Luyten schetst de glorie en ondergang van de Nederlandsesteenkoolindustrie aan de hand van een bewogen familiegeschiedenis:een zoon die vecht tegen de demonen van een mijnwerkersfamilie endie met alles moet breken om zijn droom na te jagen, al zal hij dekolonie nooit echt verlaten.